Hallo gevoelsdenken!

In het rijtje van de tien verwijten die veel Xi-ers vanuit hun omgeving te horen krijgen, staat op plaats 7 respectievelijk 6:

–  Jij maakt je ook overal zorgen over!
–  Jij reageert altijd zo overgevoelig en dramatisch!
Daarnaast merken sommige Xi-ers dat ze gevoeliger zijn geworden door het bewust in eigendom te nemen van hun Xi. Ben je net lekker bezig en dan krijg je dat weer!

In plaats van schuldbewust te dimmen is het in ieder geval zinvol om jezelf te realiseren dat je kennelijk gemakkelijk diep betrokken raakt, respectievelijk een ongewone antenne hebt voor emotionele onderstromen. Maar als je zover bent dat het verwijt dus eigenlijk verwijst naar een ongewone kwaliteit van jezelf, is de volgende vraag: Hoe werkt dat eigenlijk bij mij, kan ik die kwaliteit bewust doseren, verder ontwikkelen, uitzetten? Is het toch ergens een belemmering of afleiding bij mijn streven naar excellentie bij wat ik doe? Waarom hebben sommige Xi-ers daar helemaal geen last van?

Al schrijvend ontstond het idee: Heeft het zin om, vergelijkbaar met beelddenken, het over gevoelsdenken te hebben? Zijn er parallellen met beelddenken in hoe het werkt, hoe het zich verhoudt tot begripsdenken en hoe het bij Xi-ers doorwerkt? Helpt het om beter te begrijpen en hanteren wat zich in je afspeelt?

Waarom gevoelsdenken?

Je vindt het woord gevoelsdenken of gevoelsdenker incidenteel op internet, ik ben niet de eerste die het woord gebruikt. Soms associeert men het met de rechterhersenhelft, of anders met de z.g. kinesthetische submodaliteit bij Neuro Linguistisch Programmeren (NLP).
Ik vroeg me wel af in hoeverre het woord een vorm van ‘onzindelijk denken’ is; zijn gevoel en denken geen tegenpolen?

Antonio Damasio

Maar ja, er is groeiende bewijslast vanuit neurologisch onderzoek hoezeer onze gevoelens een wezenlijke rol spelen bij ons bewustzijn (“Ik voel, dus ik ben” volgens Damasio, zie foto) en hoe de ‘bedrading’ van het emotionele brein overlap heeft met die van het rationele brein (Richard Davidson). Het lijkt in onze hoofden toch anders georganiseerd dan eeuwen werd aangenomen, en waarop allerlei opvattingen over het menselijke denken zijn gebaseerd.

Dan is het eigenlijk logisch om je af te vragen hoe zoiets doorwerkt bij de doelgroep die bekend staat om hun ongewoon uitgebreide cognitieve vaardigheden. Biedt een andere woordkeus, een ander frame van denken een helderder perspectief op een fysieke hoedanigheid?

Het concept Beelddenken verbreden

In mijn praktijk kom ik regelmatig cliënten tegen die zeer slim uit hun ogen kijken en (ook) een ongewone vaardigheid in Beelddenken hebben, dat wil zeggen, visuele informatie excellent hanteren en die kwaliteit bij voorkeur gebruiken voor hun oordeelsvorming. Ik ben daar zelf niet zo handig in, maar Mechel Ensing-Wijn van Beelddenkwerk des te meer en we hebben vele gesprekken gevoerd over hoe dat tussen ons, en in het algemeen, in elkaar zit.

Zo stelden we vast dat we allerlei Xi-ers kennen die typisch geen visueel ingestelde beelddenkers zijn, maar in hun manier van informatieverwerking er wel aan doen denken. Het gaat bij hen niet om beelden, maar om fysieke ervaringen. Zoals bij beelddenkers visueel aangeboden informatie maakt dat ze iets pas goed begrijpen, leren die ‘anderen’ het beste door iets te doen. Door (koppeling aan) een fysieke ervaring begrijpen ze iets veel beter dan door stilzittend, kijkend bestuderen, zelfs als er ook plaatjes in staan. Op school zittend leren of lange vergaderingen aan een tafel maken hen niet gelukkig.

Zintuiglijk denken

brein fantasieMechel en ik concludeerden dat het zinvol is om beelddenken te zien als een vorm van zintuiglijk denken, en dat er dus ook andere vormen zijn, gekoppeld aan andere zintuigen.
Meer specifiek blijken Xi-ers zich te onderscheiden door de complexiteit en intensiteit van hun zintuiglijke ervaringen, waarbij de ‘gevoeligheid’ per zintuig van persoon tot persoon kan variëren en daarmee ook het effect dat zo’n zintuig op de cognitieve processen heeft.

Even een bocht afsnijden

Voor het vervolg nodig ik je uit even van mij iets aan te nemen, wat in zichzelf onderwerp van een ander blog zal zijn:
“Simpel gesteld houdt Beelddenken in dat je eerst visueel iets waarneemt en daarna iets concludeert, terwijl bij Begripsdenken de waarneming als toets dient voor de ordening die, of het begrip dat je al in je hoofd had. Dito houdt Zintuiglijk denken in dat je eerst zintuiglijk iets waarneemt en daarna een conclusie trekt.”

Lawaai in je hoofd?

Vanuit deze omschrijvingen kan je je voorstellen dat hoe sterker en heftiger zintuiglijke prikkels ‘standaard’ bij iemand aanwezig zijn, hoe sterker iemand eerder geneigd is tot zintuiglijk denken dan tot begripsdenken. Als de ‘hier en nu’ zintuiglijke impressies heel sterk zijn, is het relatief moeilijker om je, zoals voorgenomen, te bepalen bij eerdere ordeningen, lijstjes, agenda afspraken, opvattingen, overtuigingen enzovoort, die in essentie een ‘stolling’ zijn van een zintuiglijke ervaring uit het verleden. Het heden maakt immers veel meer ‘lawaai’ in je hoofd en trekt de aandacht!

Maar nu die gevoelsdenkers

In Damasio’s benadering zijn gevoelens de mentale ervaring van lichaamstoestanden. Anger eruptsIn zijn visie reageert het lichaam op externe prikkels met fysieke veranderingen. Die kunnen onder andere bestaan uit emoties. Ons brein interpreteert die informatie o.a. als gevoelens. Bijvoorbeeld: je krijgt een klap, je hartslag en zweetproductie gaan omhoog (emotionele reactie) en je voelt woede.
Volgens hem reguleren gevoelens op allerlei niveaus ons leven, of het nu gaat om fysieke behoeften (honger), lichamelijk bestendig functioneren (pijn, angst, welzijn) of sociale interacties (compassie, dankbaarheid, liefde).

Ik wil gevoelsdenken omschrijven als het bewust gewaar zijn van ‘hier en nu doorleefde’ regulerende gevoelens, bijvoorbeeld rond een aanstaande conclusie of actie, tijdens de realisatie daarvan, of daarna.
Dat woord ‘bewust’ staat er niet voor niets bij: Het automatisch meebewegen met onderbuikgevoelens is iets anders.
Daarbij is het nuttig om je te realiseren dat mensen, ook als ze Xi zijn, enorm onderling kunnen verschillen in:

  • de mate waarin ze zich die gevoelens bewust zijn (de sterkte van de prikkels);
  • de complexiteit ervan (van hoeveel bronnen komt het simultaan binnen), en de aanwezige verwerkingscapaciteit daarvoor;
  • de mate waarin ze bewust dat soort afwegingen maken (de mate van zelfbesef, een van de dimensies van je z.g. emotionele stijl, volgens Davidson);
  • de mate waarin ze een speciaal talent en/of een voorkeur hebben voor concrete dan wel abstracte informatieverwerking.

Al die factoren bepalen hoe dringend of vanzelfsprekend gevoelsdenken zich bij iemand aandient, en in welk soort contexten. Sommige mensen gevoelsdenken als vanzelf, anderen doen het niet of nauwelijks.

Het aspect context is met name relevant, omdat bijvoorbeeld allerlei Xi-ers die vlijmscherp kunnen begripsdenken, in bepaalde situaties alleen via gevoelsdenken tot effectieve keuzes blijken te kunnen komen. Als ze dat niet verwachten, dan wel stom of eng vinden, knopen ze er een negatief zelfbeeld aan, of nemen de verkeerde beslissing.
Terwijl het juist verhelderend werkt als je rekening houdt met de typische kenmerken van gevoelsdenken, die lijken op die van beelddenken.

Kenmerken

bladzijde uit atlasEen eerste proeve van kenmerken van gevoelsdenken, vanuit de kenmerken voor beelddenken uit de Atlas van het beelddenken.

  • Bij gevoelsdenken dringt het geheel van ervaringen tot je door, in plaats van de opdeling in oorzaken en gevolgen. De aandacht kan wel bewegen over verschillende zintuiglijke aspecten: rondlopen, aanraken, hoe voelt mijn gezicht eigenlijk.
  • De associaties van gevoelens die zich aandienen mogen er zijn, zonder dat ze meteen in bakjes ‘nuttig’ en ‘niet nuttig’ worden geordend en afgedaan. Onverwachte verbindingen met andere gebeurtenissen leiden  tot verwondering over de gevoelens die worden opgeroepen en over het vervolg van dat gevoelsverhaal.
  • Gevoelsdenken is een proces waarin de tijd kan bewegen zoals in een film. Al vraagt het sommigen oefening om ‘vooruit’ te kunnen voelen hoe ze zich daar en dan gaan voelen. Voorbeeld: wat trek ik ’s ochtends aan voor die emotioneel geladen bijeenkomst in de middag.
  • Gevoelsdenken vindt plaats in een context. Soms weet je pas iets als je je fysiek in die context bevindt: Ga naar het gebouw van het bedrijf waar je wil solliciteren, loop door de stad waar je misschien gaat wonen. Ook al staan er al vinkjes bij alle punten in je lijstje rond die keuze.

 

Wat mij betreft is dit blog slechts een eerste stap om gevoelsdenken te benoemen en te duiden. Ik hoop dat de verdere ontwikkeling ervan een handvat gaat bieden om effectiever en prettiger met je intensiteit en extra ontvankelijkheden om te gaan. Wat is bijvoorbeeld de relatie met mindfulness?
Maar dat weet ik pas nadat ik erover geschreven heb. Hoe is dat bij jou?

Naar boven

Reacties zijn gesloten.