Veel Xi-ers hebben van nature een voorkeur voor een bepaalde manier van informatie opnemen en verwerken, maar zijn zich dat niet altijd bewust.
Hun omgeving is meestal ingesteld op een bepaalde manier van informatie aanbieden, die dus wel of niet goed aansluit. Het effect is vergelijkbaar met luisteren, denken en praten in je moedertaal, dan wel in je tweede, derde of vierde taal. Voor het oog red je het misschien wel , maar komt er bij jou ook uit wat er in zit? Kan je je behoefte aan intensiteit en complexiteit kwijt?
In dit blog nodig ik je uit opnieuw naar je voorkeuren (meervoud) te kijken. En je af te vragen wat in het verleden wel of niet daarbij paste. Is er reden om in de toekomst extra aandacht te besteden aan hoe je informatie aangeboden wilt krijgen en wat dit met je doet?
Beelddenken en Begripsdenken
Beelddenken versus begripsdenken is één van de facetten van Xidentiteit. Bij een sterke voorkeur voor een van de twee ben je effectiever als je daar bij het informatie opnemen en verwerken rekening mee houdt. Voor een kort overzicht van de verschillen, zie deze webpagina.
Dankzij mijn samenwerking met Mechel Ensing-Wijn van Beelddenkwerk en het lezen van de Atlas van het beelddenken ben ik meer van beelddenken en mijn eigen omgang daarmee gaan begrijpen.
Begripsdenken gaat mij veel makkelijker af dan beelddenken. Het vinden van de juiste woorden, het spel van de juiste volgorde ervan om precies te treffen wat ik wil zeggen: Ik besteed daar moeiteloos veel tijd en aandacht aan en kan diep tevreden zijn met het resultaat.
Mechel zie ik bijvoorbeeld met grote zorg foto’s maken die precies verbeelden wat ze wil overbrengen.
Bij onze cliënten gaan we onder andere op zoek naar (de mate van) hun voorkeur voor begripsdenken of beelddenken en stemmen vorm en inhoud van het gesprek daar op af.
Hoe zit het met die Kinestheten?
Maar er is meer: Er zijn ook mensen voor wie het wezenlijk is om te bewegen tijdens informatie verwerking. Die vooral leren door te doen, niet door te luisteren of te kijken. Ze zijn meestal fysiek vaardig, en als ze niet mogen bewegen raken ze in de pauzestand. Dat kan hun schoolcarrière negatief hebben beïnvloed en hen onzeker hebben gemaakt over hun intelligentie. Op hun werk zijn bijvoorbeeld langdurige vergaderingen een kwelling.
Kinesthesie betekent bewegingszin: Je hebt een zintuig waarmee je bewust bent hoe je lichaam beweegt en wat de stand van al je lichaamsdelen is. Lichamelijk-Kinestetische intelligentie is één van de meervoudige intelligenties van Howard Gardner.
In de ordening van leerstijlen (bijvoorbeeld bij de z.g. VARK) of van manieren van waarneming (bijvoorbeeld bij NLP) is de betekenis van het begrip kinesthetisch uitgebreid en tegenover visueel en auditief gezet:
Dan omvat het bijvoorbeeld ook mensen (z.g. Tactielen) die het liefst even ergens aan voelen om te weten of ze het mooi vinden, omdat alleen kijken voor hen onvoldoende kwaliteit van informatie biedt voor een beslissing. Of heet alles kinesthetisch wat te maken heeft met het bewust worden van je gevoelens ergens over.
Veel Xi-ers hebben veel gevoelens
Dat roept de vraag op naar de relatie van kinesthetisch met hoge gevoeligheid, waar veel Xi-ers kenmerken van hebben. En wat is de relatie met meer of minder intens zijn?
Hebben “intense Xi-ers” vanzelf een sterke kinesthetische kant? En komen ze pas echt bij hun intensiteit als ze die kant serieus in gebruik nemen? Ook als hun hoofdvoorkeur (!) auditief/woorden dan wel visueel/beelden is?
Er is naar mijn ervaring een waterscheiding tussen “zintuiglijke” en “conceptuele” informatieverwerking. Hoogbegaafdheid en wetenschappelijke excellentie wordt in ieder geval met de tweede vorm geassocieerd, ook al gebruik je oren of ogen om dergelijke informatie, gekoppeld aan woorden en symbolen, tot je te nemen.
Maar serieus bezig zijn met de verwerking van je “lijfelijke gewaarwordingen” is andere koek.
Kan je dat tegelijk met die conceptuele informatieverwerking, of houd je de twee juist gescheiden?
Een zeker gevoel dat je Xi bent?
Hoe kan je bijvoorbeeld via lijfelijke gewaarwording zekerheid ervaren over of je wel of niet een Xi-er of hoogbegaafd bent? Want voor een sterke Kinestheet heeft dat pas zekerheid en betekenis als hij/zij het ervaren heeft. De herinnering van vroeger voor (relatief) dom zijn versleten kan daarbij in de weg staan.
Acceptatie van Xi-er zijn ontstaat uit gevoelsmatig, lijfelijk beseffen dat je die karakteristieke eigenschappen herkent en je je inderdaad zo blijkt te gedragen. Voor sommigen heeft het Delphi model van hoogbegaafdheid een vergelijkbaar effect.
Maar zeker voor “actieve doeners” is het soms lastig om toegang te krijgen tot de eigen reflecties. Voor hen is het behulpzaam om het aan anderen te vragen: Zij reflecteren via het ervaren van andermans gewaarwording van henzelf.
Vier vragen
Om het bovenstaande naar behoefte op jezelf toe te passen:
- Hoe belangrijk is doen en voelen voor jou, en was dat vroeger anders?
- Welk zintuig kan de sterkste emoties bij je oproepen?
- Welk zintuig wordt op je werk het meest aangesproken?
- Welke rol speelt zintuiglijke informatieverwerking in je werk?
Het Felder Silverman Learning Style Model
Ik zocht naar een manier om meer te kunnen onderscheiden dan iemands voorkeur voor beelddenken of begripsdenken, hoe wezenlijk en waardevol dat onderscheid ook is.
Ik vond tot mijn verrassing een model uit de tachtiger jaren van Richard Felder met Linda Silverman. Officieel bekend als het Felder Silverman Learning Style Model, is het door de jaren nog wat gestroomlijnd. In de huidige vorm biedt het onder andere de “Index of Learning Styles” (ILS), een online in te vullen vragenlijst met 44 vragen, die ik kan aanraden. Er is ook een webpagina met achtergronden en toelichting op het model.
Vier dimensies
Het model onderscheidt vier dimensies, die elk twee polen hebben. Je score op elke dimensie bevindt zich ergens tussen die twee polen, afhankelijk van je voorkeur voor antwoorden die karakteristiek voor de ene, respectievelijk de andere pool zijn.
De dimensies, (met mijn vertaling), zijn:
- Active – Reflective (Actief – Reflectief)
- Sensing – Intuitive (Feitelijk waarnemend – Intuïtief)
- Visual – Verbal (Visueel – Verbaal)
- Sequential – Global (Stap voor stap – Vanuit het geheel).
De Active – Reflective dimensie is verwant aan het onderscheid Extravert – Introvert bij de Myers-Briggs Type Indicator. Sensing tegenover Intuitive komt er rechtstreeks vandaan.
Je ziet dat Linda Silverman destijds door is gegaan met ruwweg de laatste twee van de vier dimensies: Visual-Spatial versus Auditory-Sequential. In haar boek Upside-Down Brilliance (2002) benadrukt ze hoezeer het onderwijs is ingericht op Auditief-Sequentieel leren. Ze zet daar de kenmerken en behoeften van Visueel-Ruimtelijk lerende kinderen tegenover. Het boek is nog steeds een rijke bron over de kenmerken van beelddenkers.
Het is mijn indruk dat de eerste twee dimensies van het Felder Silverman model informatie bieden over de aard van je kinesthetische kant. Ze zeggen dus ook iets over je stijl van expressie van intensiteit.
Wat kan je hiermee?
Ik merkte bij mijn eigen invulling dat ik sterk Reflective, Intuitive en Global ben, en redelijk Verbal. Dat klopt eigenlijk meer met mijn manier van Xi zijn, dan me “beperken” tot het zijn van een Begripsdenker, al kan ik dat heel goed.
Kortom, laat je bij je eigen invulling van de ILS verrassen door de vragen en experimenteer naar behoefte met je antwoorden, zeker als je keuze sterk afhangt van de context (daar zijn Xi-ers berucht om).
Uiteindelijk gaat het niet om het label, of om bij de pakken neer te zitten omdat je in een omgeving functioneert die niet aansluit op je meest effectieve manier van informatie opnemen en verwerken.
Met een beter besef van de mogelijke variaties en van je eigen voorkeuren daarin, kan je op zoek naar meer toepassing van je extra mogelijkheden. Of je kan bewust experimenteren met je “alternatieve pool”.
Voor sommigen kan de uitkomst ook (eindelijk) een verklaring bieden waarom het onderwijs ze niet bracht wat ze graag hadden willen ontvangen en hoe ze van daaruit verder zijn gegaan in hun leven.
“Ik ben dus niet gek!” en “Ik ben dus niet dom!” zijn emotievolle constateringen die je – na verwerking van de schok – ruimte kunnen bieden voor een passende volgende stap in je leven.