In dit blog verken ik manieren om tegen gevoelens van eenzaamheid bij Xi-ers en hoogbegaafden aan te kijken. Mijn vraag is: Leidt anders kijken tot een ander gevoel en is dat behulpzaam?
In Van Dale vind ik bij ‘eenzaam’:
1. zonder gezelschap of ver van anderen verwijderd.
2. onbezocht, stil.
In de eerste betekenis gaan de voorbeelden over mensen, in de tweede over plaatsen.
De manieren van kijken dienen zich al meteen aan: Wie of wat is de oorzaak van dat ‘zonder gezelschap’, ‘ver van anderen verwijderd’, ‘onbezocht’? De Xi-er zelf, de omgeving, de maatschappij, het lot, de kosmos? Kunnen we ook meteen een schuldige aanwijzen? Of moet iemand zich gaan schamen? Hoe zielig is de Xi-er, of diens omgeving? Voelen intens levende mensen eenzaamheid relatief sterk, maar geldt dat ook voor hun samen zijn, dus is er toch een balans? En tenslotte: Hoe fijn kan eenzaamheid zijn?
Veel vragen, een paar mogelijke antwoorden:
Ver van anderen verwijderd
Ik heb de afbeelding bijna tien jaar geleden gemaakt en sindsdien op veel plaatsen teruggezien: het ‘stippen-plaatje’ (nadere toelichting hier). De bekende Gauss kromme van IQ-scores wekt de indruk dat die types met een IQ>130 lekker samen slim zitten te wezen. Deze puntenwolk maakt direct zichtbaar dat ‘die types’ zowel onderling zeer verschillend, als ver van de 98% meerderheid verwijderd.
Als ze het plaatje zien reageren veel mensen gevoelsmatig met: “Dat ziet er wel erg eenzaam uit.” Een enkeling met “Heerlijk, zoveel ruimte om je heen!”
In ieder geval is meteen duidelijk dat er bij Xi-ers en HB-ers onontkenbaar en onontkoombaar iets aan de hand is wat ze ‘ver van anderen verwijderd’ maakt.
En hoe extremer de intelligentie en intensiteit is, des te groter is die ‘afstand’. Hun stippen bevinden zich voorbij het omhullende vierkant. Het plaatje biedt daarmee ook de associatie waarom veel extreme Xi-ers zich een buitenaards wezen voelen als ze op aarde rondlopen.
Een exclusieve verzameling eigenschappen…
Bij mijn presentatie deze zomer op de SENG conferentie in Williamsburg, zette ik twee partiële beschrijvingen van hoogbegaafdheid naast elkaar:
– Hoogbegaafdheid is een exclusieve verzameling van specifieke eigenschappen op een meetbaar zeer hoog niveau, die aantrekkelijk of zelfs dringend gewenst zijn voor/door de maatschappij.
– Hoogbegaafdheid gaat over het hanteren van de asynchrone ontwikkeling van een uitgebreide verzameling eigenschappen, die stuk voor stuk op enig moment wel of niet praktisch nut voor de eigenaar hebben, maar die hoe dan ook nadrukkelijk aanwezig zijn.
Hoe denk jij zelf over die twee beschrijvingen, heb je voorkeur, vind je dat je een keus hebt?
Hoort ‘intensiteit’ bij de exclusieve verzameling?
In mijn blogs heb ik al veel over de ‘onvermijdelijkheid’ van intensiteit geschreven, bijvoorbeeld in Intensiteit hoort erbij, en Teveel of juist passend?.
Als je er vanuit recente wetenschappelijke inzichten naar kijkt, dan hoort intensiteit zeker bij die wel of niet praktisch bruikbare, uitgebreide verzameling eigenschappen die karakteristiek is voor extra intelligent of hoogbegaafd zijn.
Maar hoe meetbaar en maatschappelijk aantrekkelijk of zelfs dringend gewenst is intensiteit?
Hm.
Niet zo gek dat het vroeger zelden of nooit in die exclusieve verzameling zat. Tegenwoordig is dat steeds vaker, maar dan vooral als mogelijke risicofactor die onder controle moet blijven.
Het lijkt me mede (lands-)cultuur bepaald in welke mate de ontwikkeling en expressie van het individu ondergeschikt aan het belang van het collectief of van de machthebber wordt gemaakt. Dramatisch geformuleerd: Hoogbegaafden zijn de elite taskforce in dienst van het landsbelang of de vooruitgang. Dan moet je als individu niet kleinzielig gaan doen: Eenzaamheid als trotse opoffering voor het grotere goed.
Daar zijn in de geschiedenis bijzondere prestaties uit ontstaan.
Veelpolig zoekt veelpolig
Aan de andere kant: Intense en/of hoogsensitieve mensen hebben veel meer gemeen met de ‘exclusief meetbare hoogbegaafden’, dan met gemiddeld intelligente / intense mensen.
Denk aan het blog Doe maar complex en het beeld van de veelpolige stekker. Je voelt je eenzaam en maar nauwelijks gezien als je in het contact met de ander op het merendeel van je ‘polen’ geen uitwisseling ervaart. En hoe meer Xi je bent, des te meer polen er op je stekker zitten.
Reken maar dat intense en/of hoogsensitieve mensen ook veel polen op hun stekker hebben!
Zo’n contact kan de Xi-er of HB-er dus zeer inspireren en daarmee bijdragen aan excellente en vernieuwende prestaties.
Hoe exclusiever, des te eenzamer
Mijn punt voor dit blog is dat hoe exclusiever je enige verzameling eigenschappen middels een etiket definieert, hoe zeldzamer hun voorkomen is en hoe meer de dragers van het etiket op afstand worden gezet van hun omgeving.
Want een etiket is een manier van kijken en dus ook een manier van ‘niet zien’.
Kan je door zo’n exclusief etiket nog wel alle polen van andermans stekker zien?
En hoe goed zie je bij jezelf de polen die niet onder die exclusieve definitie vallen?
Hoe beter je de diversiteit van de doelgroep begrijpt en accepteert, des te vaker herken je passend gezelschap en des te meer ontdek je wat in die groep juist verbindt in plaats van wat scheidt.
Er is samen veel te genieten en te ontdekken, niet in de laatste plaats bij jezelf!
De veelpolige familie
Dat is dus ook naadloos van toepassing binnen een gezin of een familie: Ruim een jaar geleden schreef ik het blog Xi in de familie. Ik beschreef mijn groeiende passie voor het vrijmaken van een ‘Xi-besef’ door generaties heen: Met elkaar, als ouder, kind, zus, oom, nicht, enzovoort, ontdekken hoe het is om extra intelligent en intens te zijn, en geïnspireerd te worden door ieders expressie daarvan…
Als ook ten aanzien van eenzaamheid geldt: “jong geleerd, oud gedaan” dan is er veel reden om in een gezin met één of meer ‘ontdekte’ Xi-ers of hoogbegaafden attent te zijn op de ‘veelpoligheid’ van de andere gezinsleden. Dat kan veel eenzame, al dan niet volwassen kinderen schelen.
En soms even niet?
Ik kan erg genieten van tijdelijke eenzaamheid. Zeker als ik die ruimte voor mijzelf heb georganiseerd. Het is een natuurlijk gevolg van intens en sensitief zijn dat je af en toe even genoeg aan je eigen gezelschap hebt. Tot mijzelf komen, ‘onbezocht, stil’ zijn, de op al mijn polen verzamelde prikkels een plek en betekenis geven; heerlijk. Het lijkt op introversie, maar er komt nog wat bij:
In het ‘horizontale’ contact met de mensen in je omgeving kan je je eenzaam of juist gezien voelen.
Voor mij is het als Xi-er essentieel om ook bewust gebruik te maken van het ‘verticale’ contact met beneden en met boven, met dat wat groter is dan jezelf.
Je overdosis prikkels kan je beneden kwijt, de betekenisgeving haal je van boven. Of andersom, dat kan per persoon verschillend zijn. Maar het geeft rust dat ik voor mijn hantering van dat bij Xi-ers en hoogbegaafden karakteristieke existentiële eenzaamheidsgevoel altijd boven en beneden terecht kan.
Dat is sterk.