Isabel Briggs Myers revisited

In 1980, kort na haar dood op 82-jarige leeftijd, verscheen Isabel Briggs Myers’ laatste boek: Gifts Differing: Understanding Personality Type. Haar zoon Peter Myers had geholpen om het boek zijn definitieve vorm te geven.
Isabel begon, samen met haar moeder Katherine Briggs, in de veertiger jaren aan de ontwikkeling van de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) en werkte tientallen jaren aan de verbetering en validering ervan, tegen veel weerstand in. Het is een nog steeds populair en verguisd instrument, gebaseerd op de Psychologische Typen van Carl Gustav Jung, een nog steeds populaire en verguisde Zwitserse psychiater en psycholoog.
Op basis van je aangegeven voorkeuren, geeft de MBTI de meest toepasselijke van één van zestien type-patronen aan, weergegeven door een vierletter combinatie zoals bijvoorbeeld ESTP, ISFJ, INFP of ENTJ.

Meer dan zestien typen

Ik ben al vele jaren fan van de Temperament variant van de MBTI, eind jaren zeventig ontwikkeld door David Keirsey, en van de uitbreidingen daarvan door Linda Berens en anderen.
Het is ook mij duidelijk dat er meer dan zestien typen mensen bestaan, maar de zestien beschrijvingen bieden een enorme rijkdom aan onderlinge verschillen: Je aandacht wordt op allerlei facetten van jezelf en van anderen gevestigd waar je je nog niet bewust van was. De uitkomst van de vragenlijst heeft niet de functie van een brandmerk, maar van een uitnodiging om je te verdiepen in wat je er wel of niet van herkent. Soms blijkt een ander type veel meer herkenning te bieden. Of worden er oude patronen zichtbaar waar je juist vanaf wilde: “dat ben ík niet, dat is mijn váder!”. Op die manier gebruikt, is het instrument zeer verhelderend en inspirerend. Althans, dat is mijn ervaring, zowel zakelijk als privé.

Op zoek naar een mogelijk nut van de psychologische typenleer bij het beter begrijpen waarom de beoordeling van ongewone intelligentie tot heftige discussies leidt, vond ik allerlei eveneens heftige artikelen tegen de MBTI en Jung. De toon deed mij denken aan sommige opiniestukken van bestrijders van kwakzalverij: Diepe verontwaardiging over het feit dat er ‘nog steeds’ mensen geloven dat de gewraakte aanpak werkt, ondanks de inspanningen van de bestrijders.
Ik vermoed dat iedere methode ook bedriegers en prutsers aantrekt, die wat mij betreft gerust ontmaskerd mogen worden. Maar als het betoog qua toon op een strijd tegen duivels en heksen begint te lijken, krijg ik wantrouwen jegens de boodschapper: Waarom die allergische reactie op iets wat kennelijk andermans beleving van de werkelijkheid is?

Temperament: Idealist

Ik was opnieuw begonnen in Gifts Differing en las dat Isabel in het voorwoord bij haar boek schrijft:

…In this material I hope parents, teachers, students, counselors, clinicians, clergy – and all others who are concerned with the realization of human potential – may find a rationale for many of the personality differences they encounter in their work or must deal with in their private lives…

Ik werd geroerd door dat voorwoord en realiseerde me daarna dat dit typisch de woorden zijn vanuit een bepaald Temperament, de Idealist (.NF.), voor wie authenticiteit en persoonlijke groei essentiële waarden zijn. Blijkens het boek was haar moeder een INFJ, zijzelf INFP en haar zoon ENFP, dus allemaal Idealisten. Over Jung’s eigen type zijn de meningen verdeeld, maar hij had minstens veel trekken van de Idealist en mogelijk specifiek van de INFJ.
Vind ik dit zo’n roerend en overtuigend voorwoord omdat ik mijzelf ook in dat Temperament typeer? Een geval van “Wij van WC-eend adviseren WC-eend”?

Vanwege mijn kennis van, en belangstelling voor al die andere typen of temperamenten, ben ik mij bewust dat veel mensen hele andere thema’s het meest belangrijk vinden en hun voorkeur, oordeel of zelfs afkeuring daarop baseren. Het is een kracht van de typologie, dat dergelijke verschillen worden voorspeld en verklaard.
Kan je je dan (tot een mate) ook in een ander type of Temperament verplaatsen? In ieder geval volgt uit de typologie, dat sommige typen door hun aard eerder geneigd zullen zijn daar moeite voor te doen dan anderen. Herkenbaar?

Persoonlijkheids-gebonden voorkeuren?

Wat tendentieus geformuleerd, zijn voor sommige mensen Jung’s theorieën zweverig of ondeugdelijk, omdat ze niet alles ervan kunnen meten. En wat niet kan worden gemeten, kan geen praktische waarde hebben, omdat je niet weet wat het is.

Ik bespeur overeenkomst met sommige discussies over wie wel, en wie niet hoogintelligent of hoogbegaafd mag heten en hoe fout het is als je de verkeerde term gebruikt of anderszins daar losjes mee zou omgaan. De spannende vraag is of ik aannemelijk kan maken dat dit persoonlijkheids-gebonden voorkeuren zijn, in plaats van universeel geldige/verstandige voorkeuren. Dat zou een individu meer ruimte en steun bieden om daar naar eigen behoefte mee om te gaan.
Wordt vervolgd.

Naar boven

Reacties zijn gesloten.