Onherbergzaam Hoogbegaafd Voetstuk

In de NRC Weekend van 21-22 juni stond een stuk over de PR-waarde van militair heldendom (in Haagse invloeden van Tom-Jan Meeus).
Parafraserend: Je wilt je eigen organisatie glorieuzer maken door een van je medewerkers –die inderdaad iets bijzonders heeft gedaan– als ultieme held op het schild te heffen. Vervolgens worden in de schijnwerpers van die aanbidding opeens allerlei onvolkomenheden van de held zichtbaar.
Oeps, foute publiciteit, dat was niet de bedoeling. Saldo: één gesneuvelde held en verminderd krediet voor de organisatie en zijn activiteiten.

De Held als archetype

Wat kort door de bocht verklaard, is De Held een archetype, een ideaal oerbeeld, waaraan ieder een persoonlijke kleuring geeft. Maar het beeld is als het ware eendimensionaal, terwijl een mens van vlees en bloed dat niet is. Dus als je het archetype vanwege het sterke effect laat samenvallen met de identiteit van een individu, bezwijkt het individu daar vroeg of laat aan.
Een individu kan het archetype wel dragen als aspect van zijn identiteit, mits diens omgeving daarvoor de ruimte biedt.

De Hoogbegaafde als archetype

Ik zie een intrigerende parallel met het label Hoogbegaafdheid (HB).
Dat label vertegenwoordigt ook een ideaalbeeld, zowel ten aanzien van het individu als diens omgeving. Zoiets als:

“Hoogbegaafden zijn de intellectuele triomf en het bewijs van suprematie van de mens.
De maatschappij faciliteert de ontplooiing van excellentie dankzij haar verstandige en juiste structuren.”

Karakteristiek is de behoefte om het label op basis van exclusiviteit te definiëren: je moet er voor gevraagd worden door autoriteiten.
pas op voetstuk hbWie Hoogbegaafd genoemd wordt, staat dus automatisch op een maatschappelijk voetstuk en dient conform de verwachting excellent te presteren. Het is voor een autoriteit verleidelijk om de getoonde excellentie extra breed uit te meten om de voortreffelijkheid van het beleid te etaleren. Vaak gaat het samen met monopolisering van het onderwerp: “Je bent het alleen als ik het zeg.”
De rest is het dus niet.

Dat leidt jammer genoeg tot een eendimensionaal beeld van wat het is om ‘heel intelligent’ te zijn, en dat voetstuk pakt voor mensen van vlees en bloed nogal onherbergzaam uit. Logisch dat allerlei ‘kandidaten’ zich niet in zo’n eendimensionaal beeld herkennen, of liever onderduiken dan het risico lopen dat ze gevraagd worden om te poseren.

Geen smetten a.u.b.

Het navrante voor de betrokkenen is dat het bestaan van de ‘Mythische Hoogbegaafde’ in een sterke behoefte voorziet, net als het bestaan van Helden.
Als de werkelijkheid anders blijkt te zijn, ontstaat er dus woede en ontkenning, hetzij tegen het individu, hetzij tegen diens omgeving.
Plaats bijvoorbeeld een stukje in de krant over het matig uit de verf komen van hoogbegaafde kinderen en je krijgt onmiddellijk heftige reacties zoals:

    • “Het is een schande en een ernstig verlies voor de maatschappij dat het onderwijs niet beter hier op inspeelt. Bij mij in de buurt gaat het ook mis!”
    • “Belachelijk, al die klaagverhalen. Laten ze eerst eens aantonen dat ze zo knap zijn. Maar ze willen er gewoon niet voor werken, klaar!”

 

Bij artikelen over dito volwassenen is het verhaal niet wezenlijk anders.
Paradepaardjes moeten in de pas lopen en anders beter worden geselecteerd en getraind. “Waar betaal ik anders schoolgeld / subsidie voor?”

HB als aspect van identiteit?

Hoe krijg je de beeldvorming zo beïnvloed dat ongewoon sterke intelligentie als een aspect van de identiteit van een individu wordt gezien in plaats van als het enige dat je van een z.g. Hoogbegaafde wilt zien? Kortom, hoe voorkom je de neiging tot zo’n eendimensionale karikatuur?
Ik denk dat het helpt om het onderwerp aan te lopen vanuit inclusiviteit: eerder een verzameling van ‘of-of’ karakteristieken dan een ‘en-en’ afvinklijst waar je allemaal aan moet voldoen.
Bivariate normale verdelingZo benadruk je ook de diversiteit van de ‘groep die eigenlijk geen groep is’. Ik heb bijvoorbeeld gemerkt dat het ‘stippenplaatje’ (zie hiernaast) bij veel mensen helpt om dat inzicht visueel te maken en hun eigen ongewoon sterke intelligentie te herkennen en accepteren.
Vanuit inclusiviteit geredeneerd is de rol van een externe autoriteit ook anders en vermoedelijk eerder informerend / coachend dan oordelend.

Voetstuk onvermijdelijk?

Het schrijven van dit blog was nogal een worsteling. Ik had geen drang om HB te bashen of een stukje ‘Wij van Xi adviseren Xi’ te schrijven, maar dat HB voetstuk vind ik wel een relevant onderwerp omdat het zo beklemmend werkt.

Mijn voorlopige conclusie is dat het label Hoogbegaafdheid een zodanige archetypische lading heeft, dat het al snel eendimensionaal en monopoliserend wordt, met alle excessieve voetstuk- en ontmaskerings-effecten van dien. Maar het label blijkt nu eenmaal in een bepaalde maatschappelijke behoefte te voorzien.

Het gevolg van eendimensionale toepassing is dat allerlei ongewoon sterk intelligente mensen, die niet in zo’n profiel (willen) passen, buiten worden gesloten. Dat is een miskenning van talent en netto zeer ineffectief beleid.

Aan wie zich wel thuis voelt bij de kenmerken van Xi, biedt het ontwikkelde gedachtegoed een praktische verklaring hoe ongewone intelligentie een belangrijk aspect van je identiteit is, en een aansporing om het Extra van deze intelligentie met meer zelfvertrouwen in de wereld te zetten.

Naar boven

Reacties zijn gesloten.