Temperamentleer is geïntroduceerd door Hippocrates in 370 v.C. en heeft door de eeuwen heen verschillende vormen en wisselende populariteit gekend. De grondgedachte is dat er vier wezenlijk verschillende persoonlijkheidspatronen te onderkennen zijn.
David Keirsey introduceerde in 1978 in zijn boek ‘Please Understand Me’ een koppeling tussen Temperamentleer en de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI), een bekend testinstrument, gebaseerd op de Jungiaanse psychologische typen. Hij sloot aan bij de naamgeving van Plato, en noemde de vier temperamenten: Artisan, Guardian, Idealist en Rationalist, door mij vertaald als Ambachtsmens, Hoeder, Idealist en Rationalist.
Het nut van temperamentleer voor Xi-ers ligt in de koppeling van temperament aan persoonlijke drijfveren en waarden. Omdat bevrediging van je behoeften en waarden in hoge mate bepaalt of je met energie in het leven staat en dat als zinvol ervaart, is het van groot belang om je rekenschap te geven van de diversiteit aan mogelijkheden en daarbij je eigen voorkeuren bewust te worden.
Natuurlijk maak je door een indeling in vier temperamenten een ruw onderscheid. De werkelijkheid van ieder individu is oneindig meer divers. Maar de vier temperamenten zijn zó fundamenteel verschillend dat het ruwe onderscheid de moeite waard blijkt. In mijn boeken geef ik daar diverse voorbeelden van.
Ingang: intelligentie
Er zijn verschillende ingangen om de temperamenten te onderscheiden, ik kies hier voor de ingang intelligentie. Bij ieder van de vier temperamenten geef ik een korte schets van talenten, waarden en behoeften, in relatie tot hun ‘soort’ intelligentie.
Ambachtsmensen
Effectiviteit, hier-en-nu handelen, vrijheid.
Ambachtsmensen hebben tactische intelligentie; ze werken aan toegepast Meesterschap met beide voeten op de grond. Ze zijn handig, charmant, in het hier en nu, dol op improvisatie, besluitvaardig en streven naar maximale effectiviteit bij alles wat ze doen. Ze haten saaiheid en verveling en houden graag alle opties open.
Hoeders
Verantwoordelijkheid, structureren, deel van groep.
Hoeders hebben logistieke intelligentie; ze zijn goed in het bedenken en volgen van regels, procedures, schema’s, en dergelijke. Zij streven ernaar om tijdig voorbereid te zijn op wat van hen verwacht kan worden en kunnen goed consolideren. Ze streven naar ergens bij te horen, naar maatschappelijk correct gedrag, gebaseerd op gedegen kennis, liefst via diploma’s erkend. Ze vertrouwen op hiërarchische ordeningen.
Idealisten
Ontwikkeling, empatisch zijn, betekenis.
Idealisten hebben diplomatieke intelligentie; zij richten zich op mensen en zijn bezig met de diepere betekenis van hun eigen en andermans denken, voelen en handelen. Hun kracht is reflectief vermogen, bewustzijn en empathie. Ze willen dat iedereen zich op ieders meest eigen manier kan ontwikkelen.
Rationalisten
Competentie, beheersen, kennis.
Rationalisten hebben strategische intelligentie; in kalmte overzien zij talloze mogelijkheden op lange termijn, bepalen hun strategische doel, en gaan daar op de meest efficiënte wijze op af. Allergisch voor terugkerende fouten, scheppers van de wetenschap, competente schakers in mentaal complexe situaties.